Taal- en letterkunde
Zaterdag 23 november
09.30 u. - Astrid Wijnands (3.15)
Leren redeneren over taalkwesties met linguïstische bronnen in de klas. Welke ‘steiger’ is hiervoor nodig?
Het gebruik van linguïstische bronnen in de klas is geen verplicht onderdeel van het grammatica curriculum in Nederland. Dat is jammer, want door deze bronnen te gebruiken kunnen leerlingen ervaren dat je over taal kunt redeneren vanuit verschillende perspectieven. Ze kunnen spanningen ontdekken tussen hun eigen taalgevoel, de voorgeschreven taalnorm en de variatie in de taalwerkelijkheid. Alleen redeneren leerlingen veelal niet uit zichzelf als zij bronnen gebruiken. Ze zijn eerder op zoek naar de taalnorm of naar bevestiging wat zij al zelf dachten. Dit redeneren over taal wordt wel aangewakkerd wanneer zij de juiste scaffolding (‘steigers’) krijgen. In deze presentatie doe ik verslag van een interventiestudie met 113 leerlingen uit 5 vwo (vergelijkbaar met 5 a.s.o.) waarin ik verschillende vormen van scaffolding heb toegepast om het redeneren door leerlingen over taal uit te lokken.
10.30 u. - Jonas Roelens (3.15)
#MeToo in de middeleeuwen. Middeleeuwse medemensen en hun ideeënwereld in de literatuur
‘Middeleeuws’. Zelden wordt een term zo misbruikt. Iedereen begrijpt meteen wat je bedoelt wanneer je een fenomeen als middeleeuws omschrijft: achterhaald, primitief, barbaars, mensonterend. Een periode waarin iedereen stinkt, angst en bijgeloof heerst, vrouwen niks te zeggen hebben, en je voor een akkefietje aan de galg hangt. Wie echter voorbij de stereotypes kijkt, stelt vast dat middeleeuwers veel meer met ons gemeen hebben dan je zou denken.
Want de Lage Landen werden in de middeleeuwen net zoals vandaag bevolkt door mondige burgers, kritische geesten, vrijgevochten vrouwen en wereldse reizigers.
Dat blijkt ook uit de middeleeuwse literatuur die bulkt van de ideeën en discussies die ook nu nog in het huidige maatschappelijke debat opduiken. Van #MeToo tot multiculturalisme. Vanuit die invalshoek biedt middeleeuwse literatuur een boeiende link met de leefwereld van jongeren.
12.00 u. - Carl De Strycker (3.15)
Hoe werken verhalen? Naar een zinvolle narratologie voor het secundair onderwijs
In de twintigste eeuw was er een opeenvolging van stromingen in de poëzie: na de modernisten kwamen de Vijftigers, de neorealistische Zestigers, de neoromantische dichters in de jaren 70 en de postmoderne en postpostmoderne generatie. Maar hoe zit het eigenlijk vandaag? Zijn er in de poëzie na 2000 tendensen te onderscheiden? Wat kenmerkt de huidige generatie dichters? Welke thema’s houden hen bezig en hoe functioneert hun poëzie? En wat met de ‘gevestigde namen’ – hoe verhouden die zich tot de nieuwste dichters? Passeren de revue: de stadsdichters, de klimaatdichters, Ilja Leonard Pfeijffer, Maud Vanhauwaert, Lotte Dodion, Radna Fabias, Lizette Ma Neza, Frank Keizer, Arno Van Vlierberghe, Dominique De Groen en vele, vele anderen.
13.00 u. - Dirk Hage (3.15)
Recensies van Nederlandstalige literaire romans: literatuurkritiek in het digitale tijdperk
Vanouds wordt de literatuurkritiek gezien als poortwachter: cruciaal bij de selectie van en het oordelen over literatuur. Door de digitalisering zijn echter grote veranderingen zichtbaar in de status van de literatuurkritiek en dus in de toekenning van symbolische waarde aan literaire werken. Speelt de papieren literatuurkritiek ondanks alle beweging nog altijd een rol van betekenis binnen de Nederlandse letteren? En wat is er inmiddels terechtgekomen van het internet als serieus alternatief voor of serieuze aanvulling op de traditionele geschreven literatuurkritiek?
Gestuurd door bovenstaande vragen zal ik in deze presentatie vertellen over mijn lopende promotieonderzoek naar literatuurkritiek. Ik zal dit doen door enkele grote lijnen te schetsen en door nader in te gaan op de receptie van een aantal romans uit 2019.